Veel hernieuwbare opwek en negatieve spark spreads

De Nederlandse spotprijs voor elektriciteit was afgelopen week 63 €/MWh. De afwijking ten opzichte van voorgaande weken was hierdoor minimaal. De gemiddelde prijzen in week 21 en week 22 waren respectievelijk 66 en 60 €/MWh. De windproductie was wederom hoger dan gemiddeld. Tegelijkertijd was er relatief vaak bewolking waardoor de productie van zonnepanelen minder was. Tijdens de avond van 2 juni zakte de wind hard weg in onder andere Nederland en Duitsland waardoor er veel conventionele opwek nodig was. Prijzen schoten hierdoor richting de 240 €/MWh in beide landen.
In de loop van de week waren gascentrales veelal marginaal tijdens zowel de ochtend als avond maar mede door de lage vraag en de hernieuwbare opwek waren de clean spark spreads op de maandagavond na niet heel erg positief. Het prijsverschil tussen Nederland en Duitsland enerzijds en Frankrijk anderzijds werd groter. Zeker op 5 juni was er een sterk contrast: de eerste 18 uur in Frankrijk sloten op 0 euro of lager. Echt negatieve prijzen zie je niet, prijzen blijven rond het nulpunt. Frankrijk heeft net als vorig jaar veel opwek dat niet altijd kan worden geëxporteerd. De Franse netbeheerder heeft in tegenstelling tot 2024 nog geen structurele exportrestricties aangekondigd.

Forwardmarkten herstelden van de prijsdalingen van week 22. TTF herstelde van de low van de vrijdag ervoor en liep met 2 euro terug op naar 36,3 €/MWh. CO2 werd 3 euro duurder en sloot op 73,5 €/EUA. Nederlandse stroom voor de komende maanden werd zo’n 4 tot 6 euro duurder: juli sloot 4,4 euro hoger op 76,8 €/MWh en augustus sloot 5 euro hoger op 79,5 €/MWh. Clean spark spreads voor diezelfde maanden bewogen nauwelijks: beide bleven min of meer staan op -19 en -16 €/MWh.